Afbeelding

De graftrommel van Reinier van de Panne

Actueel SD

Op zaterdag 2 oktober 2021 werden in de aula op de algemene begraafplaats in Zierikzee vier gerestaureerde graftrommels overhandigd aan wethouder Jacqueline van Burg.

Het was het knappe resultaat van het werk van Pieke en Leo van Doorn van de Nederlandse Stichting tot behoud van de graftrommel.
Graftrommels hadden een ronde of ovale vorm, meestal van zink of blik, van boven afgesloten met een glasplaat. Ze bevatten vaak een bloemenkrans gemaakt van metalen bladeren en porseleinen bloemen. Graftrommels werden vanuit het buitenland in ons land geïntroduceerd in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze werden op een graf geplaatst. Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde dat nog slechts zelden.
Op Schouwen-Duiveland bleef een klein aantal bewaard. Al eerder, in 2010, werden vijf trommels gerestaureerd en nu wordt een trommel uit Burgh onder handen genomen. Een van de graftrommels was geplaatst op het graf van de elfjarige Reinier van de Panne. Er gaat een dramatisch verhaal achter schuil.
Reinier Jacob, geboren in 1891, was de zoon van Johannis Jan van de Panne en Johanna Gaanderse. Het paar trouwde in Duivendijke. De bruidegom bleef na zijn huwelijk in 1889 niet lang landbouwer. Hij nam in dat jaar een tabakszaak in Zierikzee over aan de Mol, wijk A nummer 304, nu Mol 5, het linkerdeel van de kledingzaak van Ronald Deurloo. Het paar kreeg naast Reinier twee dochtertjes. Bij de geboorte van de jongste dochter in 1894 was vader Van de Panne al ziek. Hij overleed dat jaar op 35-jarige leeftijd, een drama voor het jonge gezin. De weduwe ging niet bij de pakken neerzitten en zette de zaak in tabak, sigaren, koffie en thee voort. Het moet een goed lopende winkel zijn geweest.
Een nieuw drama moest het gezin ondergaan op 14 juli 1903. De Zierikzeesche Nieuwsbode schreef over ‘een ware ongeluksdag’. Een knaap raakte die dag in het water, maar kon gered worden. Een schilder viel van grote hoogte van zijn ladder, maar kwam terecht in een perenboom. Een tak ervan brak zijn val zodat hij er niet meer dan lichte kneuzingen aan overhield. Maar het derde ongeluk verliep fataal.
Enkele jongens waren in een hooischuur bezig om hooi te dammelen, het Zeeuwse woord voor het met de voeten plat stampen van het hooi. Een van hen wierp het hooi met een hooivork naar boven. Toen hij dat weer deed, had hij niet in de gaten dat Reinier naar beneden gleed. De hooivork trof Reinier in het oog. De zwaar gewonde jongen werd overgebracht naar zijn ouderlijk huis waar hij ’s avonds om tien uur overleed. Het verslag eindigt met: ‘Algemeen is de verslagenheid van deze treurige gebeurtenis’.
Vier dagen later werd het lichaam van Reinier begraven. Onder grote belangstelling liepen achter de lijkkoets zestien in witte blouses geklede jongens. Het waren de vrienden en klasgenoten van Reinier. Zij droegen de slippen van het kleed, dat over de kist lag, met daarop bloemenkransen. Ook op de begraafplaats waren zeer velen aanwezig. De graftrommel vormde de blijvende groet op het graf.
De weduwe bleef, intens bedroefd, achter, samen met haar dochtertjes Betsy en Leentje van bijna dertien en negen jaar. Nog tien jaar hield de weduwe Van de Panne haar tabakswinkel aan. In 1913 deed ze die over aan A. Arnold, die de zaak in 1924 verbouwde tot lunchroom, die hij de naam In den Eenhoorn gaf. Johanna van de Panne-Gaanderse vertrok naar Rotterdam. Daar woonden haar inmiddels getrouwde dochters. Zij overleed in de Maasstad in 1942. De bloemenkrans heeft een plaats gekregen aan de voorzijde van de aula.

Meer nieuws