Afbeelding

Markante Schouwen-Duivelanders

Column

Til Gardeniers-Berendsen (1925-2019)

De onlangs overleden oud-minister Til Gardeniers bezat op Schouwen-Duiveland een tweede huis. In Burghsluis verbleef ze graag, vooral tijdens de zomermaanden. Door die tweede woning had ze een band met ons voormalige eiland. Die band was al gelegd tijdens haar ministerschap.

Mathilde Hubertine Maria Francisca Berendsen werd geboren in Rotterdam. Haar vader was hoofdonderwijzer. Zowel hij als de moeder van Til waren van geboorte Limburgers. Til en haar moeder hadden een zwakke gezondheid en daarom gingen ze zes maanden van het jaar naar Deurne waar grootmoeder Berendsen woonde. Twee van Tils tantes hadden er een manufacturenwinkel. In Deurne ging Til naar school. In de oorlogsjaren was ze betrokken zij het verspreiden van illigale krantjes. Op haar eenentwintigste werd Til ernstig ziek, zo ernstig dat gevreesd werd voor haar dood. Maar ze herstelde. Na de oorlog trad ze in dienst van het plaatselijke textielbedrijf Natex. Ze klom van secretaresse op tot hoofd export. Deurne bleef een belangrijke plaats in haar leven innemen, maar het was de Randstad waarheen ze ging. Haar huwelijk, in 1951, met Mat Gardeniers (1924-2004), was de aanleiding. Haar echtgenoot was werkzaam in het bedrijfsleven; later was hij directeur van de Nederlandse Vereniging Bescherming van Voetgangers. Samen kregen ze drie zonen.

Til Gardeniers ging in de politiek als lid van de Katholieke Volkspartij. In 1970 stond zij in Leiden op de lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad. Ze kreeg net te weinig voorkeurstemmen voor een zetel. Maar het jaar daarop werd Til Gardeniers-Berendsen lid van de Tweede Kamer. Ze werd bekend door een initiatief-wetsvoorstel dat ze in 1976 samen met Hannie van Leeuwen van de A.R.P. verdedigde als een alternatieve abortuswet. In hun voorstel bleef abortus strafbaar maar wel werd er voorzien in uitzonderingen.

In 1977 werd Til Gardeniers minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in het eerste kabinet Van Agt. Vier jaar later werd ze opnieuw minister, nu van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, in het kabinet Van Agt II en III. In haar periode speelde onder meer het omroepbeleid in verband met de opkomst van regionale zenders. Een flinke storm moest ze doorstaan vanwege haar plan om het aantal ziekenhuisbedden met achtduizend te verminderen, hetgeen tevens de sluiting van 25 ziekenhuizen inhield. De inwoners van Deurne waren niet blij met de plannen van 'onze Til', want daar stond een van de bedreigde ziekenhuizen. Een Deurnes protestlied begon met 'Lieve Til'.

In 1982 keerde Til Gardeniers voor korte tijd terug in de Tweede Kamer waarna zij het jaar daarop lid van de Raad van State werd. Dat bleef ze twaalf jaar. In 1994 kwam ze in het nieuws als voorzitter van de commissie van het CDA die de dramatische nederlaag van die partij, met Elco Brinkman als lijsttrekker, moest onderzoeken. Til Gardeniers was verder onder meer actief in het Nationaal Comité 4 en 5 mei en bij het Rode Kruis. Een deel van die functies bleef ze tot op hoge leeftijd vervullen. In 1982 was ze benoemd tot grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau.

In 1981 opende Til Gardeniers als minister het nieuwe dorpshuis in Noordwelle, ontworpen door architect Pieter Tieleman. In haar eigen Burghsluis onthulde ze in 1989 het monument ter ere van de redders van schipbreukelingen. Ze deed dat samen met C. Schot, oud-kapitein van de reddingboot. Het monument werd vervaardigd door Miems van Citters uit Burgh. Til Gardeniers bleef meeleven met het eiland. In hartelijke bewoordingen reageerde ze per mail wanneer we haar een nieuwsbrief van het Gemeentearchief toezonden. Til Gardeniers werd 94 jaar en overleed in Den Haag.

Huib Uil

Meer nieuws