Afbeelding

Prins Willem van Oranje in Zierikzee, 1573

Column

Prins Willem van Oranje (1533-1584) heeft de hoofdrol gespeeld bij het ontstaan van Nederland als zelfstandige natie. Deze van oorsprong Duitse graaf van Nassau, sinds 1544 prins van Oranje, heeft door zijn tomeloze inzet voor meer vrijheid voor de Nederlanders zich de titel van ‘Vader des Vaderlands’ verworven. Andere aanduidingen zijn prins Willem I en Willem de Zwijger, hoewel de prins allesbehalve zweeg als spreken nodig was. Ook in Zierikzee heeft prins Willem zijn voetstappen gezet. Een van die bezoeken vond 450 jaar geleden plaats.

Zierikzee was na de overgang van Brielle op 1 april 1572 de derde stad in Zeeland, na Vlissingen en Veere, die zich onder het gezag van de prins van Oranje stelde. De Opstand tegen de Spaanse koning Filips II had in deze jaren een cruciale fase bereikt. In Zeeland bleven Middelburg, Goes en Tholen voorlopig nog aan de zijde van de koning. Vooral de strijd om Middelburg was van groot belang voor de prins.

1573 was niet de eerste keer dat de prins Zierikzee bezocht. Op 22 augustus 1572 was Zierikzee overgegaan. Op 18 december bezocht de prins de stad tijdens zijn reis van Dordrecht naar Veere. Hij verbleef tijdens de besprekingen met het stadsbestuur bij Jacob de Witte, lid van het stadsbestuur, in diens woning ‘De Mossel’ aan de Oude Haven, nu Havenpark. Bij die gelegenheid moet hij getuige zijn geweest bij de doop van het kind van een andere stadsbestuurder, Nicolaas Cromstrien, en Maria Ockersse. Dat kind werd naar de prins vernoemd. Echter, het vorige kind van dit echtpaar heette al Willem, genoemd naar de vader van Nicolaas. Later werden de twee broers als onderscheid van elkaar ‘de oude’ en ‘de jonge’ genoemd. De prins sprak in ‘De Mossel’ met mr. Lieven Jansz. Kaersemaker, die een belangrijke rol had gespeeld bij de overgang van de stad, over diens gezantschap naar Engeland.

Een jaar later, op 18 december 1573, was de prins opnieuw in Zierikzee. Hij kwam uit zijn nieuwe woonplaats Delft en was vergezeld van twee adviseurs, Jacob Muys en Heynrik Duyst. Ook Cornelis Taymon, voorbestemd om secretaris van het nieuwe gewestelijk bestuur te worden, was in hun gezelschap. In Zierikzee vormde ongetwijfeld het beleg van Middelburg, dat nog steeds in Spaanse handen was, het belangrijkste onderwerp van gesprek met het stadsbestuur. Ook jhr. Arend van Dorp, in dat jaar door de prins benoemd tot gouverneur van Zierikzee, zal aan die besprekingen hebben deelgenomen. Op 20 en 21 december was de prins bij Bergen op Zoom waar hij een bespreking had met de kapiteins van de geuzen om hen moed in te spreken. Het was, na de val van Haarlem, een precaire situatie. De verovering van het fort Rammekens bij Vlissingen in augustus gaf nieuwe moed. De prins keerde terug naar Zierikzee en reisde vervolgens door naar Veere en Vlissingen. Op Walcheren verbleef prins Willem geruime tijd om zijn manschappen ook daar moed in te spreken en vol te houden bij het beleg om Middelburg. De Spaanse bevelhebber Christóbal de Mondragón was er veel aan gelegen de stad te behouden voor de koning. Door gebrek aan voedsel slaagde hij daarin niet en op 18 februari 1574 volgde de capitulatie. Vier dagen later hield de prins zijn intocht in de stad.

Prins Willem van Oranje bezocht Zierikzee opnieuw in juni 1575. In het daaropvolgende najaar volgde het beleg van de stad door de Spaanse troepen onder leiding van diezelfde Christóbal de Mondragón. Op 18 maart 1577 vond het laatste bezoek van de prins aan Zierikzee plaats.

Huib Uil

Meer nieuws