Afbeelding

Thorbecke en 175 jaar parlementaire democratie, 1848-2023

Column

In november 2023 is het 175 jaar geleden dat de Grondwet zodanig werd gewijzigd dat de parlementaire democratie werd ingevoerd.

Onder druk van de opstanden in het buitenland stelde koning Willem II een grondwetscommissie in. De uitkomst was dat voortaan de ministers verantwoordelijk waren voor het beleid en niet langer de koning. De voorzitter van die commissie was mr. J.R. Thorbecke, die met zijn liberale vrienden deze wijzigingen wist te bewerkstelligen. Op Schouwen-Duiveland was de liberale meerderheid opgetogen over deze vernieuwingen. Op 3 november 1848 om twaalf uur volgde de publieke afkondiging van de nieuwe grondwet voor alle raadhuizen van de steden en dorpen. Een half uur eerder was dat aangekondigd door het luiden van de klokken.

Het respect en de waardering voor Thorbecke was groot, ook op Schouwen-Duiveland. Na zijn overlijden in 1872 op 74-jarige leeftijd wilden velen een blijvende herinnering aan deze staatsman. Een goede gelegenheid bood de herdenking van 25 jaar grondwet in 1873. Op 3 november van dat jaar wapperden in Zierikzee vele vlaggen van openbare gebouwen en particuliere huizen. Het carillon werd bespeeld en ’s middags liet het muziekkorps ‘Kunst en Eer’ zich horen vanaf het Havenplein. ’s Avonds was er een feestelijke samenkomst in de Concertzaal met medewerking van de zangvereniging ‘Luctor et Emergo’ en ‘Kunst en Eer’. De feestredenaar was het schoolhoofd J.Th. Oosterman die faam had opgebouwd met dergelijke toespraken.

In zijn rede stelde Oosterman voor om een buste van Thorbecke aan te bieden aan de gemeente om in de raadzaal van het stadhuis te plaatsen. Voor het dekken van de kosten kon tijdens de pauze worden ingetekend op daarvoor bestemde lijsten. Aan het eind van de avond was duidelijk dat dit voldoende had opgebracht. Het was een driemanschap die het plan bij de gemeente indiende: mr. B.C. Cau, oud-burgemeester, de al genoemde J.Th. Oosterman en kruidenier Jb. Ochtman Joh.z. Naast de buste werd ook een console aangeboden om de buste op te plaatsen. Hun voorkeur ging uit, zo schreven ze in hun brief van 18 november 1873, naar plaatsing in de raadzaal. Leverde dat bezwaren op dan kon de buste ook worden geplaatst in een andere geschikte ruimte.

De gemeenteraad besloot de schenking te aanvaarden. Het werd niet de raadzaal, maar de grote zaal, zoals die toen genoemd werd; dat is de huidige trouwzaal. Aan de zijde van de ramen, in het middelste penant, dat is het muurvlak tussen twee ramen, werd de plaats. Daarmee kwam de buste en console recht tegenover de toegangsdeur. Zo sierde nog heel lang het beeld van Thorbecke de trouwzaal. Ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw verdween het borstbeeld. Na een tussenstop op een zolder van een van de pandjes tegenover het stadhuis keerde het beeld terug in het stadhuis, nu in het depot van het Stadhuismuseum.

Een kleinere buste arriveerde in het voorafgaande jaar 1872 in Zierikzee. De drie geslaagde leerlingen van de Hogere Burgerschool toonden hun dank in de aanbieding van Thorbeckes buste die voortaan de docentenkamer sierde. Het waren G. van den Berge, A. van Bloois en J. Ochtman Sz., die daarmee de man van de Wet op het Middelbaar Onderwijs wilden eren, een van de vele wetten die Thorbecke tot stand bracht. Dit trio was de eerste lichting van de geslaagden van deze in 1869 gestarte school. Die buste verdween in het niets. Voor een standbeeld van Thorbecke moeten we zijn in Amsterdam, Zwolle (Thorbeckes geboorteplaats) en Den Haag.

Meer nieuws