Afbeelding

Over overtuigen

Column

Politieke debatten hebben soms veel weg van koortsige dromen doordat steeds opnieuw weer op oude thema’s worden gevarieerd. Dat is weinig effectief, want wie de ander niet begrijpt, kan hem ook nooit overtuigen. Argumenten kunnen niet los worden gezien van emoties. Geen hoofd zonder hart.
Overtuigen begint dus met het kweken van wat onderling begrip.
Maar hoe doe je dat?

Ik dacht terug aan mijn oude vak, aan de afwikkeling van z.g. ruzieboedels, emotievolle verdelingen na echtscheidingen of overlijdens. Soms was er met die deelgenoten aan gezamenlijke verledens geen land te bezeilen.
Bijvoorbeeld aan die bozige erfgename, die nooit had omgezien naar haar overleden tante, en voor een klein part in tantes nalatenschap gerechtigd bleek. Haar bijdrage aan de afwikkeling schatte zij trouwens aanzienlijk groter. Ik wist dat tantes nalatenschap voornamelijk bestond uit waardeloze prullen in een nogal vervuilde huurwoning. Om behulpzaam te zijn bij de oplevering had een broer van de erfgename alvast opgeruimd met een paar ritjes naar de stort, zonder vooroverleg met zijn zuster, want broer en zus leefden in onmin, vriendelijk gezegd. Dat viel verkeerd bij zus, die verhaal kwam halen, niet bij haar broer, maar bij mij.
Ik kon hier niets meer aan veranderen, al begreep ik de broer wel, maar ik had liever gehad dat hij mij tevoren even had geïnformeerd. Zus miste kennelijk sterk de emotionele waarde van de op de stort rustende spekstenen beeldjes.
Goede raad was dus duur, zeker toen ik me in arren moede tegen haar liet ontvallen: hoe weet u eigenlijk dat er beeldjes waren? U bent toch nooit bij tante thuis geweest? Mijn voorwerk was immers grondig geweest. Nou, die kreeg ik terug: ‘U toch ook niet?’ Toch de juiste afslag gemist.

Nee, dan denk ik liever aan die aardige mevrouw die haar doodzieke zuster financieel had ondersteund met een lening van duizenden guldens en nu van me te horen kreeg dat de nalatenschap van haar inmiddels overleden zuster geen enkele ruimte bood op enige terugbetaling. Zij kreeg nu zelf de rekening gepresenteerd. De boedel bestond uit enkele oude jaargangen van de Wereldkroniek, De Spiegel en een simpel fabrieksviooltje. Dat instrument waardeerde ik toen op hooguit vijfhonderd gulden. Ik had echt met haar te doen.
Na mijn uitleg van de situatie werd ze boos, ook omdat ik die viool veel te laag had gewaardeerd. Waarop zich deze curieuze discussie ontwikkelde:
‘Hoezo te laag?’, vroeg ik. ‘Het is een Stradivarius’, was haar antwoord. Toen al werd de waarde van een Stradivarius niet berekend in honderden guldens, maar in miljoenen. ‘Hoe weet u dat?’, vroeg ik. ‘Het staat op het etiket’, zei ze. ‘Weet u wat?’, zei ik weer, ‘U mag die viool hebben voor vijfhonderd gulden en dat bedrag trek ik af van uw vordering.’ Voorwaar een Salomonsoordeel. Dacht ik.
Dat was buiten de waard gerekend. Als door een wesp gestoken kwam haar reactie: ‘Bent u de lolligste thuis?’

Overtuigingskracht leer je met vallen en opstaan, met of zonder listen.

Wim Klaassen

Meer nieuws